Voortgang
9 mei 2022 Definitieve en formele reactie van de KCR-Werkgroep
Definitieve en formele reactie van de KCR-Werkgroep op de verslaglegging over de presentatie “Omgevingsdialoog gebiedsontwikkeling Land van Kien”
We geven onze adviezen en delen onze zorgen tav zogenaamde “fase 1” en maken duidelijk dat we absoluut tegen “fase 2” zijn.
Beste investeerders,
Allereerst willen wij jullie hartelijk bedanken voor de uitnodiging voor jullie presentatie, voor de presentatie zelf en ook voor het door jullie opgestelde verslag.
We hebben jullie verslag met veel interesse gelezen en gezamenlijk besproken.
Van onze kant heeft dat geleid tot een aantal opmerkingen en vragen. We leggen die in de bijlage graag aan jullie voor.
Hartelijke groet,
Romano van der Meijden
Peter van Esch
Richard de Visser
Geachte initiatiefnemers van gebiedsontwikkeling Land van Kien,
Uitnodiging en presentatie;
Wij willen jullie bedanken voor de uitnodiging en presentatie om geïnformeerd te worden over de plannen rondom de hoeve.
De titel van jullie verslag wekt de indruk dat het om een omgevingsdialoog zou hebben gegaan, wat niet als zodanig door jullie aangegeven was, want we zijn telefonisch uitgenodigd voor een bespreking en daarmee was het voor ons dan ook een informatieavond en zeker (nog) geen omgevingsdialoog.
Een omgevingsdialoog heeft, zoals jullie wellicht weten, een meer formele status.
Bij de aanvang van de informatieavond is gevraagd om opmerkingen en vragen te stellen, wat wij ook gedaan hebben; die zien we echter niet terug, en daarom herkennen wij ons niet in de inhoud en strekking van het aan ons toegezonden verslag.
Uit de reactie van Rinus van der Heijden (Landschapspark Kienehoef) blijkt dat wij niet de enigen zijn die dat zo beleefd hebben.
1 van de 4 investeerders en Romano van der Meijden hebben inmiddels telefonisch contact gehad over hoe we de verslaglegging inzake de planontwikkeling “het Land van Kien” in de toekomst moeten structureren en “fiatteren”
Zij waren beiden van mening dat dit belangrijk is, mede omdat er is aangegeven dat er in de loop van de planontwikkeling nog een aantal vergaderingen gehouden worden.
In de tussentijd hebben we de presentatie besproken met onze achterban, en daardoor de tijd gehad de door ons reeds mondeling geplaatste kanttekeningen concreter te formuleren, en in de context van doelen en toezeggingen, die in de presentatie staan, te becommentariëren. We koppelen naar jullie terug hier onder de titel ‘fase1’ en ‘fase 2’, zoals die door jullie benoemd zijn.
KCR WERKGROEP 2
Fase 1
Ziet er geweldig uit; heeft een warme en landelijke uitstraling.
Logistieke structuur werpt vragen op
De opzet van de herinrichting om rond de hoeve 35 á 50 wooneenheden te realiseren, brengt een parkeernorm met zich mee van ongeveer 75 voertuigen; deze moeten dan worden geparkeerd op de parkeerplaats, samen met de voertuigen van de te verwachten bezoekers t.b.v. de hoeve. De geplande parkeerplaats blijkt hiervoor te klein, met gevolg dat er (te) veel verkeersbewegingen en overlast in de omgeving ontstaat.
Het aantal (extra) woningen rondom de hoeve en de recreatieplannen (waarmee bezoekers getrokken zullen worden) brengt extra verkeersbewegingen met zich mee, waarop de toevoerwegen niet berekend zijn.
De weg Kinderbos is niet geschikt om veel extra verkeer te verwerken en valt vanwege de beperkte breedte van 320cm in de categorie ‘ontsluitingsweg / toegangsweg / woonerf’, en is dus geen wijkontsluitingsweg. (Want een wijkontsluitingsweg is minimaal 550cm breed, waarvoor echter geen plaats is).
Bovendien zou een dergelijke, brede weg leiden tot een ernstige verstoring van de wandelroutes en de rust in de wijk.
De weg vanuit het Hoogeind is een smal zandpad met aan beide zijde oude bomen, wat bij de kap hiervan, de uitstraling zou schaden, bij realisatie van een wijkontsluitingsweg.
Eventueel via de Zwembadweg een wijkontsluitingsweg maken, zou een optie zijn, omdat die geen schade toebrengt aan de huidige natuurlijke omgeving van het landgoed en geen extra verkeersbelasting veroorzaakt in de directe omgeving.
Bevoorrading geschiedt volgens het plan voor een deel over de huidige zandweg, welke naast de stallen loopt; dit zou via de wijkontsluitingsweg (d.w.z.: vanuit de Zwembadweg) kunnen worden gerealiseerd, die dan ook kan dienen als logistieke ader.
Wij gaan er verder van uit dat Koningsvaren een landelijk zandpad blijft die t.z.t. afgesloten wordt voor gemotoriseerd verkeer.
Flexibel wonen (100 stuks) in het ‘Voedselbos’ leidt tot “verstening”;
Met jullie opzet 100 flexibele woningen te realiseren, is het de bedoeling dat op het perceel van +/-27.000m2 een deel gereserveerd wordt voor de parkeerplaats en er daarnaast, zoals door jullie aangegeven, daar ca. 100 woningen geplaatst worden.
Hiermee is voor elke woning een oppervlak van +/-200m2 beschikbaar, waarvan t.b.v. de woning zelf, een deel bebouwd zou worden.
Uitgaande van de voorgenomen 100 woningen zal er een perceel gereserveerd moeten worden per woning van 15x15m2, waardoor de woningen ongeveer 15m rondom van elkaar af staan, waardoor je niet (langer) kunt spreken van ‘wonen in het bos’, maar het geheel de uitstraling van een wijk zal krijgen.
KCR WERKGROEP 3
(Voor vrijstaande woningen geldt 15 woningen per hectare als laagste dichtheid. Bij de hoogste dichtheid ligt dit meestal op 35 woningen per hectare. Voor ouderenwoningen gaat men uit van circa 30 woningen per hectare)
Het gepresenteerde plan lijkt uit te gaan van 36,5 woningen per hectare!
Wij gaan er van uit dat het gebied autoluw dient te zijn, auto’s binnen het gebied maximaal geweerd worden, en parkeerruimte buiten het ‘Land van Kien’ gerealiseerd moet kunnen worden.
We vragen ons af hoe ‘tijdelijk’ in het begrip “tijdelijke woning” verstaan moet worden. Zou het een idee om hier de definitie van het CBS (max 10 jaar) te hanteren?
Al met al blijkt, dat er nog een aantal “uitdagingen” ligt ten aanzien van fase 1, we noemen hierbij de bebouwingsdichtheid, de logistieke structuur, de parkeerproblematiek en de instandhouding van de in de presentatie genoemde uitgangspunten.
KCR WERKGROEP 4
Fase 2
Fase 2 lijkt volledig los te staan van de geciteerde hoofddoelen.
Het beoogde aantal van 100 tot 150 woningen blijkt te massaal, gezien het totaal aan beschikbaar oppervlak. Dit leidt, ons inziens, tot een woonwijk en staat haaks op het idee dat in de presentatie gewekt wordt. Fase 2 zou – samen met de realisatie van “Kinderbos Noord” en Fase 1 – +/-300 tot 400 woningen betekenen! (Ter vergelijking: Cathalijne, Kinderbos en Rijsingen hebben gezamenlijk +/- 500 woningen).
Een dergelijk aantal woningen heeft niets met “van boer tot bord” te maken, of met “kleinschalig wonen”.
Het is in strijd met jullie intenties van “versterken gebiedsbeleving” of realiseren van een “veerkrachtig natuurlijk systeem”.
Kortom: jullie fase 2 is totaal in strijd met de geformuleerde doelstellingen van fase 1.
Het Is daarnaast strijdig met de door jullie gepresenteerde onderdelen “uitgangspunten gebiedsontwikkeling”.
We bedoelen dan:
- Herstel van het kleinschalige landschap;
- Hoeve-landgoed: een herkenbaar geheel van hoeve, boerderijfunctie, kleinschalig agrarisch gebruik rondom hoeve (bouwlandjes, fruitboomgaard, dierenweides);
- Terugbrengen van bosrijke context aan de buitenzijde van het landgoed en de agrarische setting rondom de hoeve;
Onze conclusie is dat van fase 2 geen sprake kan zijn.
Tenslotte nog 2 punten: Wij zijn door mensen uit de wijk benaderd met de vraag “waar kunnen we inschrijven voor de woningen die gebouwd gaan worden rond Arbeidslust”; op basis van die vraag gaan wij er van uit dat er geen sprake meer kan zijn van een embargo.
Verder willen wij graag weten of het verslag dat wij toegezonden hebben gekregen, ook verstuurd is naar mensen die niet aanwezig zijn geweest op de vergadering.
Namens de Werkgroep,
Peter van Esch
Richard de Visser
Romano van der Meijden