Voortgang

2 december 2020 Reactie Initiatiefgroep op startdocumenten ‘Omgevingsvisie Meierijstad’

In 2022 wordt de Omgevingswet van kracht. Die wet, die door de Eerste Kamer in maart 2016 is aangenomen, verplicht alle gemeentes aan te geven hoe zij de fysieke leefomgeving binnen hun grenzen willen beschermen en benutten. Dat moet worden neergelegd in een Omgevingsvisie.
Een taskforce ambtenaren van Meierijstad is hiermee aan de slag gegaan. In verband hiermee hebben zij als het ware een ‘foto’ gemaakt van hoe Meierijstad zich – bij voortzetting van het huidige beleid – vermoedelijk zal ontwikkelen, en tot welke knelpunten dat (waarschijnlijk) zal leiden. Het is een uitgebreid document dat goed dienst kan doen bij het ontwikkelen van nieuw beleid en dus het opstellen van een Omgevingsvisie. Aan de hand van deze ‘Foto van Meierijstad 2030’ is vervolgens een ‘milieueffectrapportage’ (MER) opgesteld: een instrument om de milieueffecten te beoordelen van ontwikkelingsplannen die bij de gemeente worden ingediend.
De Initiatiefgroep heeft op beide concept-documenten – de ‘Foto’ en de MER – gereageerd (verzonden op 2 december 2020).

Romano van der Meijden <dirocs@gmail.com> wo 2 dec. 2020 10:00

Dag,

Zou je het bijgaande document door willen sturen naar de verantwoordelijke ambtenaren en het college ?

Met hartelijke groet,

Werkgroep KCR

Romano van der Meijden
Richard de Visser
Paul van der Vleuten

Reactie van Werkgroep KCR (Kinderbos , Cathalijne en Rijsingen)
Datum 1 december 2020

Inleiding
Bij deze willen wij reageren op de concept documenten met betrekking tot de MER, die ons toegezonden zijn.
Allereerst willen wij jullie hiervoor bedanken !
Een knap stukje werk wat ons een indruk geeft van wat er in de maak is.
Wij realiseren ons dat het nog vingeroefeningen zijn, maar tegelijkertijd zijn het ook documenten die aanzetten/uitnodigen tot reageren.
Wij willen onze waardering en dank uitspreken voor het ter beschikking stellen van deze documenten !
Wij starten onze reactie met een samenvatting van de belangrijkste actiepunten die in deze reactie toegelicht worden.

Samenvatting/advies:

  • Werk de concept-omgevingsvisie verder uit, samen met stakeholders
  • Vertaal de concept-omgevingsvisie naar enkele varianten, met een geografische verbeelding op hoofdlijnen
  • Ontwikkel een beoordelingsmethode die ook de samenhang beoordeelt
  • Zorg dat er heldere (bestuurlijke) keuzes te maken zijn en bepaal de voorkeursvariant.
  • Integreer onderwerpen sociale cohesie en eenzaamheid in de aanpak
  • Beantwoord de vragen zoals Floris Alkemade die stelt

Wat is de MER?
De MER is volgens ons de milieueffectrapportage die verplicht is bij grote projecten (bijv. zuivelfabriek), grote plannen (bijv. omgevingsvisie of groot bestemmingsplan) en bij ontwikkeling die natuurgebieden beïnvloeden. In de MER worden inderdaad de effecten op de leefomgeving in beeld gebracht van de beoogde ontwikkelingen, waarbij (de effecten van) verschillende varianten moeten worden vergeleken met elkaar. De eerste stap is het bepalen van de reikwijdte en het detailniveau van het onderzoek. Een landelijke Commissie MER kan gevraagd worden advies uit te brengen.
Het plan-MER wordt tezamen met de ontwerp-omgevingsvisie (gekozen voorkeursvariant)
E.e.a. is uitgewerkt in de Nota voor Reikwijdte en Detailniveau (NRD) en het advies van de Commissie MER.
Voor de omgevingsvisie van Meierijstad gaat onderzocht worden of en hoe de ‘kwaliteit van het omgevingsbeleid’ verbeterd kan worden. Dat is wel een beetje cryptisch; het beleid wordt onderzocht en niet de optimale verdeling van diverse functies binnen het gemeentelijke grondgebied? Op basis van het MER kan het gemeentebestuur ‘lessen trekken bij het voorbereiden van de omgevingsvisie met betrekking tot de ‘gevolgen voor het fysieke milieu’ vanwege’:

  • de bevolking en de menselijke gezondheid;
  • de biodiversiteit, met bijzondere aandacht voor beschermde Habitats en soorten;
  • het land, de bodem, de lucht en het klimaat;
  • de materiële goederen, het cultureel erfgoed en het landschap.’

De foto is nog niet scherp!
De foto is o.i. een eerste verkenning van de doorrekening van staand beleid richting 2030 en geeft veder een beoordelingskader om ontwikkelingen in Meierijstad op diverse thema’s te toetsen.
Omdat hier de beleidsthema’s nog steeds afzonderlijk worden beschouwd, laat de onderlinge samenhang nog erg te wensen over. Zoals het nu verloopt lijkt het ons een erg inside-out proces. Een foto van 2030 met alleen het bestaande beleidskader is in onze optiek niet toereikend. De ontwikkelingen in de maatschappij de basis te vormen voor dit soort documenten (outside-in denken). Dit kan in het MER verder uitgewerkt worden.

Toepassing van de MER in de totstandkoming van de omgevingsvisie
Naar onze mening ontbreekt het bij boven gestelde aanpak nog aan een bovenliggende algemene visie. Immers, de MER is een instrument dat toegepast kan worden om de gevolgen van (varianten van) een visie onderling te vergelijken.
In de concept-plan-MER is in hoofdstuk 2 een concept-omgevingsvisie opgenomen, incl. een beschrijving van de ambitie en de hoofddoelen. De concept-omgevingsvisie is nog maar zeer summier uitgewerkt. Het afwegen van belangen, het maken van bestuurlijke keuzes en de geografische vertaling zijn nog niet concreet. De conceptomgevingsvisie lijkt nog niet het resultaat van bestuurlijke afweging. Dat roept de vraag op wat uiteindelijk doel en functie is van de rapportage”:

  • Is het een rapport dat de basisinformatie bevat die benodigd is voor het schrijven van een uiteindelijke (omgevings)visie van Meierijstad?
  • Bevat de MER de (concept-)omgevingsvisie zelf, om deze vervolgens te beoordelen aan de hand van criteria?
  • Welke keuzes zijn/worden gemaakt? Welke varianten levert dit op voor de beoordeling?
  • Hoe vertaalt de visie zich geografische naar het grondgebied van Meierijstad?

Naar onze mening zouden er diverse varianten/ontwikkelrichtingen moeten zijn van de visie, met de geografische vertaling naar het gemeentelijke grondgebied, die volgens de systematiek in de plan-MER worden beoordeeld.
De hoofdoelen zoals weergeven in de concept omgevingsvisie, zouden in diverse varianten vertaald kunnen worden naar het gemeentelijk grondgebied (een evenwichtigere toedeling van functies aan specifieke locaties). Bijvoorbeeld:

  • Waar zijn er kansen om de bodem- en water- en luchtkwaliteit te verbeteren?
    Waar kunnen cultuurhistorische waarden samengaan met grotere ruimtelijke kwaliteit en belevingswaarde?
  • Hoe kan in het buitengebied een agrarische systeemverandering samengaan met biodiversiteit en het behoud en beheer van het landschap?
  • In de woonomgeving: welke elementen zijn cruciaal voor betaalbare woningen, gezondheid en sociale cohesie?
  • Hoe geven we op bedrijventerreinen en in het buitengebied de ruimte aan (maatschappelijk verantwoord) ondernemen?
  • Waar gaan de maatschappelijke vliegwielen (klimaatadaptatie, de energietransitie en circulaire economie) het meest ingrijpen?
    Ondanks dat de concept-omgevingsvisie nog zo summier is, worden in de hoofstukken 6 t/m 8 wel een beoordeling gegeven voor de situatie in 2030 ten opzichte van de autonome ontwikkeling. Deze beoordeling is niet navolgbaar. In deze hoofdstukken worden overigens concrete opgave voor Meierijstad genoemd (bijv. behoeft aan 1.200 woningen nu en 3.500-4.500 woningen in 2030), die hier niet op z’n plaats zijn. Deze zouden, samen met andere varianten in hoofdstuk 2 (concept-omgevingsvisie) moeten zijn verwoord, waarna deze varianten in deze hoofdstukken kunnen worden beoordeeld (bijv. een variant met max. extra bijbouwen van woningen versus anderzijds een variant met maximaal inbreiden, omvormen/ splitsen van incourante grote woningen in combinatie een financieel model om te kunnen verduurzamen). Het verdient daarbij de aanbeveling om een (demografische) doorkijk toe te voegen naar 2040.

Afhankelijk van doel en functie en toepassing zou onze feedback op het MER-proces kunnen verschillen. Het zou fijn zijn als voor ons duidelijk gemaakt zou kunnen worden hoe de MER gebruikt zal worden in samenhang met de visie- en beleidsontwikkeling binnen Meierijstad.
Het gebrek aan concretisering en de algemeenheid waarmee de delen van het rad beschreven worden draagt het risico in zich dat we alle kanten op kunnen gaan.
Verder lijkt het dat alle onderdelen van het rad op hun eigen merites “gewogen” zijn.
De onderlinge samenhang is voor ons niet duidelijk, en hier dient o.i. nog een methode te worden ontwikkeld/toegevoegd. Het is niet duidelijk hoe een negatieve consequentie van een positieve ontwikkeling wordt gewogen. Dit kan ook de gevolgen van gemaakte bestuurlijke keuzes inzichtelijk maken.
Wel willen wij graag een paar opmerkingen maken ten aanzien van het huidige conceptrapport op hoofdlijnen.

Commentaar op de concept foto / concept-MER
De beoordelingscriteria zijn niet altijd vanuit het standpunt van de burger of het algemeen belang geformuleerd, wat wel de bedoeling lijkt te zijn. Verder zal het niet mogelijk zijn om verbetering van bepaalde aspecten altijd voor het gehele grondgebied te bewerkstelligen; er zal geografisch gedifferentieerd moeten worden (zones rond wegen, bedrijven en industrie) en er zullen keuzes moeten worden gemaakt. Een verslechtering voor een thema in beperkt gebied kan bijv. acceptabel zijn bij een significante bijdrage aan een hoofddoel.

Hieronder benoemen we een aantal zaken.
Met betrekking tot Wonen pagina 10/11 wijzen wij op het advies dat wij in het kader van ons KCR-project hebben gegeven: ontwikkel indicatoren om een woonbehoefte te vertalen naar bouwlocaties op basis van indicatoren zodat de locaties worden gekozen die het minst ten koste gaan van landschap, cultuurhistorie, natuur en water etc.
In dit kader adviseren wij dan ook om transparante criteria te ontwikkelen waarop beslist wordt waar wel en niet gebouwd kan worden. Onzes inziens behelst dit ook een overzicht wat groen, grijs of rood gebied zou zijn en behoren te zijn.
Gezonde leefomgeving: Bij het afwegen van locaties of ontwikkelingen kan ook in beeld gebracht worden welk oppervlak of aantal bewoners getroffen worden door hogere geluidbelasting of verminderde luchtkwaliteit. Voor geluidbelasting moeten criteria afhankelijk zijn van de gebiedstypologie: voor woningen nabij bedrijventerreinen, snelwegen of in centrumgebieden is een hogere geluidbelasting eerder acceptabel dan voor woningen in stille (buiten)gebieden).
Bij de Veilige leefomgeving worden gevaarlijke stoffen, sociale veiligheid en verkeersveiligheid genoemd. Dit is niet compleet en betreft daarnaast verschillende vormen. Wellicht is het beter om dit te splitsen in Fysieke veiligheid (incl. brandveiligheid) en Sociale veiligheid en Cohesie.
Verder lijkt het thema “sociale cohesie en eenzaamheid” niet aan bod te komen bij factsheet Welvaart en welbevinden, een thema waarvan wij denken dat het 1 van de belangrijkste thema’s is in het sociaal domein.
Het is ook opmerkelijk dat dit thema gevat wordt in de sectie economie.
In dit kader dient ons inziens een aantal criteria ontwikkeld te worden waar wel of geen “buurthuizen” ondersteund worden, verder zou een studie geïnitieerd kunnen worden hoe we eenzaamheid kunnen bestrijden en/of kunnen vermijden. Dit lijkt te ontbreken bij het criterium Voorzieningen.
Vestigingsklimaat: Voor het vestigingsklimaat van bedrijven spelen naast de genoemde indicatoren (blz. 38) ook de Regeldruk en milieuruimte die
bedrijfslocaties en bedrijventerreinen bieden. Hiervoor kunnen indicatoren worden bedacht.
De criteria voor Natuur en biodiversiteit (blz. 57) zou ook moeten omvatten de biodiversiteit in overige gebieden met natuurwaarden (zoals in het KCR-gebied) en in woongebieden.

Tot slot willen wij wijzen op een aantal constateringen die Floris Alkemade (lid van raad van verbeelding Meierijstad) doet in zijn boek “de toekomst van Nederland”.
In onze ogen constateert hij een aantal zaken waar we als Meierijstad duidelijke keuzes moeten maken, die richtinggevend zouden dienen te zijn voor de MER. We kunnen er meer citeren, maar hieronder volgen 3 voorbeelden.

  • Ons hele economische systeem is van oudsher gericht op accumulatie en groei, en als we de wetenschappelijke wereld goed beluisteren, ten koste van alles. (pag. 16)
    Vraag: “willen we ons beleid richten op accumulatie en groei ?”
  • Na verlichting en industriële revolutie die er in onze tijd toe geleid hebben dat de natuur volop bestreden wordt. Vanuit winstoogmerk, waarbij de natuurlijke ordening onderworpen is aan ongelimiteerde winstgroei en aan het brute krachtenspel van de vrije markt. (pag. 30)
    Vraag: “hoe gaan we binnen Meierijstad met de vrije markt versus de natuur?”
  • In Nederland consumeren we ruim 8 hectaren open ruimte per dag voor onze woningen, wegen en opslagloodsen. Het gaat ten koste van prachtig historisch gegroeide landschappen en een steeds kwetsbaar geworden buitengebied, ten koste van de kwaliteit van leven. (pag. 40)
    Vraag: “hoe gaan we binnen Meierijstad om met deze consumptie van open ruimte ?”

Samenvatting/advies:

  • Werk de concept-omgevingsvisie verder uit, samen met stakeholders
  • Vertaal de concept-omgevingsvisie naar enkele varianten, met een geografische verbeelding op hoofdlijnen
  • Ontwikkel een beoordelingsmethode die ook de samenhang beoordeelt
  • Zorg dat er heldere (bestuurlijke) keuzes te maken zijn en bepaal de voorkeursvariant.
  • Integreer onderwerpen sociale cohesie en eenzaamheid in de aanpak.
  • Beantwoord de vragen zoals Floris Alkemade die stelt.